Wat heeft het gekost?

Overzicht exploitatie

Exploitatie (bedragen * € 1.000)

Begroting 2017

Begroting 2017 na 3e wijziging

Rekening 2017

Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging

Lasten

PG Inkomen

25.733

28.142

27.045

1.096

PG Minimabeleid

3.324

4.104

3.765

338

PG Werk (en activering)

15.118

16.818

15.666

1.152

Totaal lasten

44.174

49.064

46.476

2.587

Baten

PG Inkomen

-22.599

-23.882

-23.962

81

PG Minimabeleid

-110

-330

-164

-166

PG Werk (en activering)

-622

-1.379

-1.108

-271

Totaal baten

-23.331

-25.591

-25.234

-356

Saldo van baten en lasten

20.843

23.473

21.242

2.231

Toevoegingen aan reserves (lasten)

759

759

0

Onttrekkingen aan reserves (baten)

-23

-1.609

-1.609

0

Gerealiseerd resultaat

20.820

22.622

20.392

2.231

Verschillenverklaring exploitatie

Omschrijving (bedragen * € 1)

Lasten

V/N

I/S

Baten

V/N

I/S

Inkomen

1.096.000

V

81.000

V

Bijstandsvorderingen inkomen: De inbaarheid van uitstaande bijstandsvorderingen wordt jaarlijks geactualiseerd mede op basis van historie. In verband met de afname van de debiteurenvorderingen (meer ontvangsten) neemt de voorziening voor bijstandsvorderingen af; dit levert per saldo voor de baten en lasten een voordeel op van € 268.000.

258.000

V

I

10.000

V

I

RISR: Door eigen mensen in te zetten als sociaal rechercheur zijn de kosten voor inhuur lager uitgevallen.

66.000

V

I

10.000

N

I

Participatiewet-uitkeringen: De uitgaven voor de PW-uitkeringen komen boven de grens van 12,5% van het ontvangen budget uit. Hierboven wordt 100% vergoed door het Rijk middels de vangnetuitkering (opgenomen onder de baten). Per saldo is er een nadeel van € 19.000.

100.000

N

I

81.000

V

I

Overhead: Vanaf de begroting 2017 worden de overheadkosten in een afzonderlijk programma verantwoord. Bij de totstandkoming van de jaarrekeningcijfers is scherp gekeken welke lasten wel en welke niet tot de overhead behoren. Hierdoor zijn er verschillen ontstaan tussen de begroting en de realisatie. In de realisatie wordt meer als overhead aangemerkt dan in de begroting, hierdoor is er een tekort op het programma overhead en is er binnen de functionele programma’s sprake van een overschot.

909.000

V

I

Overig

37.000

N

I

Minimabeleid

338.000

V

166.000

N

Bijstandsvorderingen: De inbaarheid van uitstaande bijstandsvorderingen wordt jaarlijks geactualiseerd, mede op basis van historie. In verband met de afname van de debiteurenvorderingen (meer ontvangsten) voor de bijzondere bijstand neemt de voorziening voor bijstandsvorderingen af (voordeel). Daarnaast zijn er minder vorderingen ontstaan gedurende het jaar dan vooraf ingeschat (obv historie), waardoor de baten achterblijven bij de begroting. Dit levert per saldo voor de baten en lasten een nadeel op van € 20.000.

150.000

V

I

170.000

N

I

Overhead: Vanaf de begroting 2017 worden de overheadkosten in een afzonderlijk programma verantwoord. Bij de totstandkoming van de jaarrekening cijfers is scherp gekeken welke lasten wel en welke niet tot de overhead behoren. Hierdoor zijn er verschillen ontstaan tussen de begroting en de realisatie. In de realisatie wordt meer als overhead aangemerkt dan in de begroting, hierdoor is er een tekort op het programma overhead en is er binnen de functionele programma’s sprake van een overschot.

181.000

V

I

Overig

7.000

V

I

4.000

V

I

Werk (en activering)

1.152.000

V

271.000

N

Regionale projecten (ESF): De jaaroverstijgende ESF-projecten lopen nog door in 2018. Ten opzichte van de raming is sprake van onderbesteding op de lasten en op de baten. Dit is per saldo neutraal.

292.000

V

I

292.000

N

I

Regionale projecten (Transparantie banenafspraak): Eind 2017 is een bedrag beschikbaar gesteld voor 'Transparantie banenafspraak' (€ 89.000). De uitvoering zal pas plaats vinden in 2018. Voorgesteld wordt dan ook het bedrag opnieuw beschikbaar te stellen in 2018.

89.000

V

I

Regionale projecten (Werkbedrijf): De oprichting en ontwikkeling van het regionale werkbedrijf is een jaaroverstijgend project. Er is in totaal € 1 miljoen beschikbaar gesteld in 2015 door het Rijk voor de arbeidsmarktregio. Hiervan resteert nog een bedrag van € 95.000. Dit geld dient beschikbaar te blijven voor de regio en de raad zal daarom worden voorgesteld om het saldo van deze post opnieuw beschikbaar te stellen in 2018.

95.000

V

I

Re-integratiegelden: Per saldo is er op de re-integratiegelden een onderbesteding van € 95.000. De belangrijkste afwijking zit in de re-integratie-trajecten bij Promen. De gestarte re-integratie-trajecten bij Promen voor 2017 zijn nog niet geheel afgerond; voorgesteld wordt om uit het restantbudget van 2017 € 50.000 over te hevelen naar 2018 om deze reeds gestarte trajecten te kunnen bekostigen.

78.000

V

I

17.000

V

I

Vluchtelingenwerk: Van het Rijk wordt een subsidie ontvangen voor de maatschappelijke begeleiding van statushouders (€ 2.370 p.p. inclusief de extra middelen voor de participatieverklaring (€ 1.370)); het geld dat ontvangen wordt via het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) is nog niet geheel uitgegeven. In verband met de voorwaarden die gesteld zijn voor het uitgeven van deze Rijksontvangsten wordt voorgesteld het restant bedrag van per saldo € 249.000 opnieuw beschikbaar te stellen in 2018.

133.000

V

I

116.000

V

I

Volwasseneneducatie: In 2017 was voor de regio Midden-Holland een budget beschikbaar van € 791.000 (inclusief het meegenomen bedrag uit 2016). De bestedingen van de organisaties die uit dit budget gefinancierd werden zijn achtergebleven. Dit betekent dat een deel van het budget (€ 108.000) wordt teruggevorderd door het Rijk. Dit is budgetneutraal.
Sinds 2015 hebben gemeenten meer beleidsvrijheid voor de financiering van taaltrajecten voor hun inwoners met een taalachterstand. De wettelijke verplichte inkoop van trajecten bij de ROC’s is sindsdien stapsgewijs afgebouwd, wel gelden nog steeds de criteria waaraan deelnemers en het scholingsaanbod dienen te voldoen. In de regio Midden Holland is gekozen voor een divers en deels laagdrempelig scholingsaanbod, dit aanbod wordt nog niet optimaal benut door inwoners met een taalachterstand.

112.000

V

I

112.000

N

I

Overhead: Vanaf de begroting 2017 worden de overheadkosten in een afzonderlijk programma verantwoord. Bij de totstandkoming van de jaarrekeningcijfers is scherp gekeken welke lasten wel en welke niet tot de overhead behoren. Hierdoor zijn er verschillen ontstaan tussen de begroting en de realisatie. In de realisatie wordt meer als overhead aangemerkt dan in de begroting, hierdoor is er een tekort op het programma overhead en is er binnen de functionele programma’s sprake van een overschot.

353.000

V

I