Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Waarderingsgrondslagen

Algemeen

Naast de algemeen geldende gemeentelijke verslaggevingregels opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de volgende aanvullende besluiten van toepassing:

Op basis van de hiervoor genoemde regelingen alsmede het BBV zijn de volgende uitgangspunten gebruikt:

  • Alle verkregen activa zowel met een economisch nut als investering in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd. Voor aankoop en vervaardiging van activa in de openbare ruimte met een meerjarig maatschappelijk nut kan bij raadsbesluit worden afgezien van activering. Voor zover niet anders vermeld, zijn activa en passiva gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
  • Met ingang van 2006 wordt - indien en voor zover er sprake is van vervaardiging - rente aan een actief toegerekend.
  • Afschrijving van activa vindt plaats op basis van de lineaire methode.
  • De restwaarde van activa wordt in principe op 0 (nul) gesteld.
  • Rente waarmee het geïnvesteerd vermogen moet worden belast wordt jaarlijks voorcalculatorisch bepaald voor de boekwaarde van de gehele activa. Dit wordt berekend aan de hand van de kapitaalmarktrente, rekening houdend met de gemiddelde looptijd van de activa. Het voorcalculatorische percentage wordt niet nagecalculeerd.
  • De rentetoerekening en afschrijving op de nieuwe investeringen vinden pas plaats in het eerste jaar na de afronding van de investering en de ingebruikname van het goed.
  • Reserves en voorzieningen worden niet meer ingezet ter dekking van de kapitaallasten van de investeringen.
  • Investeringen waartoe op grond van eerdere CIP's is besloten, maar die nog niet zijn gestart of zijn afgerond, behoren tot het onderhanden werk. Bij jaareinde worden deze kosten geactiveerd. De waardering geschiedt tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van bijdragen en subsidies (netto waardering) verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingsduur bedraagt hoogstens vijf jaar.

De bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van bijdragen en subsidies (netto waardering), verminderd met afschrijvingen.

De erfpachtsgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (in casu de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen).

Afschrijving vindt plaats op basis van de te verwachten toekomstige nuttigheids- of gebruiksduur. Daarbij worden in het algemeen de volgende termijnen gehanteerd:

  • gebouwen 40 jaar;
  • grond-, weg- en waterbouwkundige werken 10-40 jaar;
  • vervoermiddelen 8-15 jaar;
  • installaties 10 jaar.

Op investeringen in gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

Financiële vaste activa

De onder financiële vaste activa vermelde geldleningen verstrekt aan derden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deelnemingen en aandelen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Afwaardering vindt plaats indien de waardevermindering naar verwachting duurzaam is.

Voorraden

De bouwgronden in exploitatie zijn opgenomen tegen de daaraan bestede kosten, inclusief de bijgeschreven rente en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde grondverkopen.

In de grondexploitatie zijn naast de reeds gemaakte kosten en gerealiseerde opbrengsten ook de toekomstige verwachte opbrengsten en kosten opgenomen. De grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd. Winstneming vindt plaats op het moment dat de grondexploitatie wordt beëindigd. Voor verwachte verliezen wordt een voorziening op eindwaarde gevormd die in mindering wordt gebracht op de bijbehorende balanspost.

Gereed product en handelsgoederen heeft betrekking op de verkoopartikelen van de VVV die worden gewaardeerd tegen inkoopprijs.

Liquide middelen

Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen worden, evenals de overlopende activa, gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid.

Eigen vermogen

Onder het eigen vermogen zijn opgenomen algemene- en bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten.

Voorzieningen

Onder de voorzieningen zijn opgenomen op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Voorts de kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt en die strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren (kostenegalisatie). Tot slot worden tot de voorzieningen gerekend de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Langlopende schulden

Onder langlopende schulden zijn begrepen schulden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van 1 jaar of langer.

Kortlopende schulden en overlopende passiva

Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.