Een belangrijk onderdeel binnen de financieringsfunctie is risicobeheersing. Dit in de wet Fido voorgeschreven onderdeel geeft, inzicht in het risicoprofiel van de gemeente Gouda.
Renterisico op kortlopende schuld
Een belangrijk uitgangspunt is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van de gemeente. De Fido kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering. De limiet is 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, met een minimum van € 0,3 miljoen. Het is hierbij niet toegestaan meer dan 2 kwartalen achtereen de kasgeldlimiet te overschrijden.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | kwartaal 1 | kwartaal 2 | kwartaal 3 | kwartaal 4 |
---|---|---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | 236.224 | 236.224 | 236.224 | 236.224 |
In procenten van de grondslag | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
Kasgeldlimiet | 20.079 | 20.079 | 20.079 | 20.079 |
Gemiddelde kortlopende schuld (-/- = schuld, + = tegoed) | 8.329 | 9.590 | 12.344 | 9.298 |
Vrije ruimte | 28.408 | 29.669 | 32.423 | 29.377 |
Bovenstaande tabel toont dat de kasgeldlimiet in 2017 in geen van de kwartalen is overschreden.
Renterisico op langlopende schuld
Ook het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten bij langlopende financiering is een belangrijk uitgangspunt. De renterisiconorm bepaalt dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal kan vernieuwen. Doel is dat de gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden.
In 2017 is voldaan aan de renterisiconorm:
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | Begroting | Realisatie |
---|---|---|
Begrotingstotaal (primitief) | 260.000 | 236.224 |
In procenten van de grondslag | 20% | 20,0% |
Renterisiconorm | 52.000 | 47.245 |
Aflossingen op vaste schuld | 27.928 | 27.928 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) | + 24.072 | +19.317 |
Om het risico van toekomstige oplopende rente te beheersen is in 2016 het renteniveau van een lening vastgelegd. In februari 2017 is het geld (€ 7,5 miljoen) gestort. In december 2017 is een lening van € 9,5 miljoen aangetrokken met een korte looptijd, tot eind december 2018. Dit vanwege de lage (negatieve) rente van -0,36% en vanwege enige onzekerheid omtrent de ontwikkeling van de financieringsbehoefte in 2018.
Kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en overige uitzettingen
Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen ontstaan vanuit gelduitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de aard van de uitzettingen per 31 december 2017:
Bedragen * € 1.000 | Begroting 2017 | Realisatie 2017 |
---|---|---|
Publieke taak |
|
|
Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen | 132 | 81 |
Leningen aan woningbouwcorporaties | 0 | 0 |
|
|
|
Prudent beheer |
|
|
Uitzettingen bij financiële instellingen (rating A + hoger) | 2.827 | 16 |
Overige (semi-)overheidsinstellingen | 9.375 | 9.000 |
Overige toegestane instellingen | 6.458 | 8.182 |
Overige niet toegestane instellingen | 0 | 0 |
|
|
|
Totaal | 18.792 | 17.279 |
De in het verleden ter belegging van overliquiditeit aangekochte obligaties ING zijn in 2017 verkocht. Deze waren verantwoord onder “Financiële instellingen”. Deze beleggingen hadden op 1 januari 2017 een koerswaarde van € 1.884.843. (nominale waarde € 2.811.100). Bij de verkoop is een opbrengst gerealiseerd van € 2.276.991; de boekwinst ad € 392.148 is in 2017 verantwoord.
De uitzetting aan de “(semi-) overheidsinstelling” betreft een kasgeldfaciliteit aan het Bedrijvenschap Regio Gouda ter financiering van het project Gouwe Park. De omvang bedroeg per 31 december 2017 € 9.000.000. De grondverkopen in bedrijvenpark Gouwe Park zijn in de loop van 2017 fors toegenomen waardoor het Bedrijvenschap meer heeft kunnen aflossen dan begroot.
De verstrekte geldleningen aan “overige toegestane instellingen” betreft met name de ontwikkeling van het financieringsarrangement Westergouwe. De omvang bedroeg per 31 december 2017 € 8.206.000. Het risico hiervan is door het vestigen van hypothecaire zekerheden en door garanties afgedekt.
Koersrisico
Na de verkoop in 2017 van de in obligaties ING belegde overliquiditeit is geen van de uitzettingen nog aan koersrisico onderhevig.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat er onvoldoende geldmiddelen zijn om aan directe verplichtingen te voldoen. Het saldo- en liquiditeiten beheer wordt ondersteund een liquiditeitsplanning met een horizon van ongeveer 2 jaar. Deze wordt permanent onderhouden op basis van de meest actuele informatie. Op grond hier van worden financieringsbeslissingen op korte termijn genomen. Zoals het aantrekken van kasgeld (kortstondige leningen met een looptijd tot 1 jaar) of het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen in termijndeposito’s.
Door deze goede planning kan geld zo profijtelijk mogelijk worden aangetrokken of uitgezet.
Om het liquiditeitstekort in 2017 op te vangen is in februari 2017 een langlopende geldlening van € 7,5 miljoen opgenomen, waarvan het renteniveau al in 2016 was overeengekomen. Eind december 2017 is een geldlening van € 9,5 miljoen met een looptijd van 1 jaar enkele dagen opgenomen.
Voor de kortlopende financieringsbehoefte zijn gedurende het jaar diverse kasgeldleningen met korte looptijden van gemiddeld een maand afgesloten. Op 31 december 2017 stond er geen opgenomen kasgeld in de boeken.